Nieuws

Woensdag 25 december 2024
Kerstmis in donkere tijden - de klokken luiden vastberaden

Hoe vier je Kerstmis als het leven hard is?

Heb je ooit het lied gehoord I Heard the Bells on Christmas Day (Ik hoorde de klokken op Kerstdag)? Ik niet, totdat ik eens, nietsvermoedend, Guusje uitliet in de bossen achter Residentie Mariëndaal. Per toeval kwam het in mijn playlist voorbij en per toeval luisterde ik - in eerste instantie ‘een beetje’ - naar de tekst. Deze gaat in rap tempo van zoet naar zeer zuur.

In het eerste couplet is er weinig aan de hand:

I heard the bells on Christmas day
Their old familiar carols play;
In music sweet the tones repeat,
“There’s peace on earth, good will to men.”
(Ik hoorde de klokken luiden op Kerstdag,
hun oude, vertrouwde liederen klonken.
In hun zachte muziek herhaalden de tonen:
"Vrede op aarde, welwillendheid voor mensen.")

Ook het tweede is niet erg verontrustend:
I thought how, as the day had come,
The belfries of all Christendom
Had rolled along th’ unbroken song
Of peace on earth, good will to men.
(Ik dacht eraan hoe, toen de dag was aangebroken,
de klokkentorens van heel het Christendom
hun ononderbroken lied lieten weerklinken:
"Vrede op aarde, welwillendheid voor mensen.")


Dan wordt het donkerder.
And in despair I bowed my head:
“There is no peace on earth,” I said,
“For hate is strong, and mocks the song
Of peace on earth, good will to men.”
(Maar in wanhoop boog ik mijn hoofd en zei:
"Er is geen vrede op aarde.
De haat is sterk en bespot het lied:
'Vrede op aarde, welwillendheid voor mensen.'")


Gedicht, geschreven op Eerste Kerstdag
Wat is hier aan de hand?, dacht ik. Thuis heb ik er eens beter naar geluisterd en de tekst gezocht. Het origineel is een gedicht, geschreven op 25 december 1863. De schrijver is de Amerikaan Henry Wadsworth Longfellow (foto). Het lied vertelt over een iemand die kerstklokken hoort luiden tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, maar in wanhoop vervalt omdat "de haat sterk is en het lied van vrede op aarde, welwillendheid voor mensen bespot." Hij vertelt over zijn grote pijn en diepe neerslachtigheid.

Het zware leven van de dichter
Longfellow was christen. Dat was toentertijd onvermijdelijk, in de Amerikaanse cultuur van de negentiende eeuw. Tot op zekere hoogte was hij dus ‘gelovig’, maar ik denk niet dat hij de drempel van de kerk versleten heeft. Dat vermoeden baseer ik (mede) op de grote hoeveelheid verdriet die zijn pad had gekruist. Henry was getrouwd. Zijn vrouw en hij werden zes kinderen gegeven. De jongste daarvan was al overleden. Ook zijn vrouw leefde niet meer. Zij was op een afgrijselijke manier gestorven. Door een afschuwelijk ongeluk raakte haar jurk in brand. Longfellow had alles gedaan wat in zijn vermogen lag om het vuur te doven. Zelfs zijn eigen lichaam gebruikte hij om zijn vrouw te redden, maar tevergeefs. Zij stierf, hij was gewond. Hij kon zich niet meer scheren. Een lange baard verborg de vele littekens op zijn gehavende gezicht, maar herinnerde hem telkens weer aan dat fatale moment.

Burgeroorlog
Het jaar 1863 was middenin de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). Hun oudste zoon Charly maakte deel uit van het leger van de noordelijke staten van de Verenigde Staten, dat vocht tegen het leger van het zuiden van de VS. Longfellow hoorde dat zijn zoon door een kogel in het gezicht geraakt was. Dat bleek niet waar te zijn. Hij was in de borst geschoten. De kogel had nét zijn ruggengraat gemist. Het was weer een tragedie voor deze weduwnaar en vader. Aan een ouder gaat namelijk het verdriet van een kind niet voorbij. Ook Henry voelde het verdriet over de verschrikkingen die de oorlog - veldslag na veldslag - bracht. Geweld verwoest immers levens op talloze manieren. Makkers sneuvelen, raken gewond of blijvend gehandicapt. Onschuldige burgers ontsnappen niet aan de gruwelen of andere, minder directe gevolgen. 

En dan is het Kerstmis
Met dit zware kruis, zit Longfellow thuis op 25 december 1863. Hij hoort de klokken van de plaatselijk kerk luiden. Deze inspireren hem om het gedicht Christmas Bells te schrijven.  

I heard the bells on Christmas day
Their old familiar carols play;
In music sweet the tones repeat,
“There’s peace on earth, good will to men.”
(Ik hoorde de klokken luiden op Kerstdag,
hun oude, vertrouwde liederen klonken.
In hun zachte muziek herhaalden de tonen:
"Vrede op aarde, welwillendheid voor mensen."

Dat is namelijk de boodschap van de engelen.
Vrede op aarde aan de mensen in wie God Zijn welbehagen heeft. Dat is het verhaal. Of, eigenlijk, beter gezegd: dat is de kinderversie van het verhaal. Dáárom is dit gedicht (lied) zo diepgaand. Het kinderverhaal stopt namelijk daar. Henry wist dat er geen vrede (overal) op aarde was. Er was geweld. Lelijkheid. In zijn eigen woorden (vertaald uit het originele gedicht):

Toen vanuit elke zwarte, vervloekte mond
De kanonnen donderden in het Zuiden,
En met dat geluid
De liederen verstikten
Van vrede op aarde, welwillendheid voor mensen!

Het was alsof een aardbeving scheurde
Door de haardstenen van een continent,
En verlaten maakte
De huizen die geboren waren
Uit vrede op aarde, welwillendheid voor mensen!

De schade opnemen
Hoeveel huizen zijn verwoest? Hoeveel gezinnen? Aan hoeveel kerstontbijttafels blijven (om welke reden dan ook) plaatsen vrij? Dan komt de dichter met de, voor mij op één na belangrijkste strofe:

And in despair I bowed my head;
"There is no peace on earth," I said;
"For hate is strong,
And mocks the song
Of peace on earth, good-will to men!"
(En in wanhoop boog ik mijn hoofd;
"Er is geen vrede op aarde," zei ik.
"Want de haat is sterk,
En bespot het lied
Van vrede op aarde, welwillendheid voor mensen!")

Dit is zo rauw.
Eerlijk. Er is geen ‘vrede op aarde’. Als het lied daar eindigde, had je een gedicht van iemand die gebroken is, die weliswaar de vredesboodschap gehoord had, maar de realiteit onder ogen ziet: haat is sterk. 

Er is zelfs nu méér.
Het gaat echter verder dan de rauwe realiteit van rouw. Het laatste vers laat zien dat Henry één van ons is. We hebben de boodschap van vrede op aarde gehoord, maar we leven in een wereld waar haat zo sterk is dat de kerstboodschap erdoor ondersneeuwt. Wat dicht Longfellow?

Hoop
Na veel pijn en neerslachtigheid eindigt het lied met de vastberaden klanken van de klokken: "God is niet dood, noch slaapt Hij," en de belofte dat er uiteindelijk "vrede op aarde, welwillendheid voor mensen" zal zijn:

Then pealed the bells more loud and deep:
"God is not dead, nor doth He sleep;
The Wrong shall fail,
The Right prevail,
With peace on earth, good-will to men."
(Toen klonken de klokken luider en dieper:
"God is niet dood, noch slaapt Hij;
Het kwaad zal falen,
Het recht zal zegevieren,
Met vrede op aarde, welwillendheid voor mensen.")


Dit is de boodschap van de christenheid.
We weten dat deze wereld gebroken is. We sluiten onze ogen niet voor de realiteit. Er is lijden, pijn, haat, ja: Kwaad in de wereld. Maar (!) God is niet dood. Ook slaapt of sluimert Hij niet. Sterker nog: het Goddelijke Woord is als een krijger naar de aarde gekomen, mensgeworden. Hij liet toe dat dat gebrokenheid, haat en kwaad Hem overweldigden om het te transformeren: de haat, het Kwaad en de dood zijn door Hem, en niemand anders, overwonnen. Dat blijft Hij doen, in onze dagen, in deze tijd waarin klokken luiden en kanonnen bulderen. 

De kerstklokken luiden
Het is de hoop die kerstklokken laat luiden in Bethlehem, in Gaza, in Jeruzalem, in Oekraïne of waar dan ook. Vergeet Nederland niet. Ook hier luiden zij even vastberaden in tijden van onzekerheid, verdriet en rouw. Juist als we gebroken zijn wéten we dat Kerstmis ons eraan herinnert dat God niet (!) dood is, niet slaapt of sluimert. Temidden van de zorgen die ons treffen, aanbidden we Hem - in de kribbe en aan het kruis. In zware tijden houden we van elkaar, houden we elkaar vast en luisteren we naar de klokken die uiteindelijk paasklokken zijn als getuigen van het Woord dat vleesgeworden is en… onder ons woont.

Zalig Kerstmis!

AM    

QR-code

Doneren?

Scan de QR-code of klik op de afbeelding om een donatie te doen via Givt. Het bedrag kan eenvoudig aangepast worden.